Reynaert die zal Reynaert blijven – 15e-eeuwse muziek rond Reynaerts historie
De satirische geschiedenis van Reynaert vertelt hoe de sluwe vos met slimme leugens het hof van koning Nobel telkens om de tuin leidt om uiteindelijk zelfs opgenomen te worden in de geheime raad van de koning, het hart van de macht. Reynaerts historie (ca.1417?) is mogelijk het populairste verhaal uit de late middeleeuwen toen én nu, met dank aan Goethe die het zo leuk vond dat hij er zijn eigen versie van maakte.
Reynaerts historie is zelf niet op muziek gezet, maar liederen uit de eerste decennia van de vijftiende eeuw laten dezelfde klachten over de perverse wereld, de hebzucht van mensen en de altijd loerende leugen horen. Er klinken vroeg vijftiende-eeuwse liederen uit o.a. het Gruuthusehandschrift (ca. 1400), van Hugo von Montfort (1357-1423) en Oswald von Wolkenstein (1376-1445), die hilarisch en in bittere ernst de verdorvenheid van de maatschappij laten horen. Het dierenverhaal spiegelt de maatschappij; de muziek vertelt het menselijke en persoonlijke verhaal. Daaromheen schetsen we een klankschap van het Vlaamse en Nederlandse gebied in de eerste decennia van de 15e eeuw, met zowel muziek overgeleverd als krabbels in archiefstukken als populaire polyfonie die instrumentalisten toen – en wij nu! – telkens weer opnieuw arrangeerden. Instrumentale fantasia’s uit de latere vijftiende eeuw als de Fochs schwantcz, Katczen pfhote of Ratten schwantcz verbeelden de dieren muzikaal.
Aventure
Christopher Kale – zang/verteller; Marco Magalhães, Fumitaka Saito, Ita Hijmans – blokfluit
Speeldata: 8 augustus 2020; 4 oktober 2020; 2 juli 2021; 10 juli 2021; 17 november 2021; 21 november 2021
Cranc, onzeker, broos – Vijfluik uit het Gruuthusehandschrift (ca.1400) en instrumentale connecties
Kwetsbaar is ons bestaan, nietig en onzeker. Het is van alle tijden, maar elke tijd verzoent zich in zijn eigen taal met dit existentiële lot. In een zeldzaam mooi vijfluik uit het hart van het Gruuthuse Manuscript (ca.1400) omsluiten drie Maria-liederen twee lamentaties. Hoop, verdriet, troost, aanvaarding en berusting klinken zo in de taal van de late middeleeuwen. Maria, een kostbare bloem, een roos vol van hemelse dauw is de sleutel. De lamentaties bezingen op ontroerend persoonlijke toon de smartelijke dood van een geliefde en de kwetsbaarheid van ons bestaan. Juist het persoonlijke blijkt een tijdloze kracht te genereren en ook de Maria-liederen ontstijgen de middeleeuwse rozengaard. Muziek is het toverwoord dat als een universele kracht ons doet berusten in ons kwetsbare bestaan. Virtuoze 15e-eeuwse instrumentale arrangementen vormen het middeleeuwse kader rond de actualiteit van dit tijdloze vijfluik.
Aventure
Christopher Kale – zang; Marco Magalhães, Fumitaka Saito, Ita Hijmans – blokfluit
speeldata: Musica Sacra Maastricht, 20 september 2020
Totdat de wachter heeft gezongen
Totdat de wachter heeft gezongen laat exemplarische liederen horen uit de laatste grote laatmiddeleeuwse eenstemmige liedcollecties. Twee verzamelingen komen uit centraal Europa, het repertoire van de Mönch von Salzburg (eind 14e eeuw) en dat van Oswald von Wolkenstein (1377-1445). De derde verzameling, uit het Gruuthuse Manuscript (ca. 1400), ontstond in het West-Vlaamse Brugge. Samen geven de liederen een fantastisch beeld van tekstuele thema’s, taal, poëzie en melodieën die vanaf de Noordzee kust tot diep in centraal Europa ten noorden van de Alpen en vogue waren rond 1400. Aventure brengt de middeleeuwse stad om deze liederen heen tot leven door ze te combineren met de virtuoze arrangeerkunst van 15e-eeuwse instrumentalisten.
Liederen uit o.a. het Gruuthusehandschrift (ca. 1400); Oswald von Wolkenstein (1376-1445) en instrumentale arrangementen uit o.a. Locham Songbook (1452-60), Buxheim Organbook (ca.1460) en van Aventure.
Aventure
Christopher Kale – zang; Marco Magalhães, Fumitaka Saito, Ita Hijmans – blokfluit
speeldata: 2 oktober 2020; 4 november 2020
Een feestelijk concert voor Martinus – Sint Maartensmuziek uit de 15e eeuw
Nu 600 jaar geleden, in 1418, vierde Europa de goede afloop van het Concilie van Konstanz (1414-1418). Luttele maanden eerder – op 11 november 1417 – koos dat concilie namelijk een nieuwe paus en kwam er een einde aan het Westers Schisma dat Europa tot op het bot verdeeld had. De nieuwe paus noemde zich natuurlijk ‘Martinus’ en is zo als paus Martinus V onlosmakelijk verbonden met het Sint Maartensfeest. Van oudsher vormde de feestdag van de heilige Martinus van Tours het begin van het winterseizoen. Het werd gevierd met vaten wijn, nieuwe oogst en vette ganzen. Het zijn deze ganzen die de connectie van Sint Maarten en paus Martinus V een speciale lading geven.
Martinus V gebruikte het feestelijke jaar 1418 om wijd en zijd zijn naam en gezag te vestigen. Dat ging echter niet over rozen. Ontevreden volgelingen van Jan Hus, de kerkhervormer die door het concilie in Konstanz tot de brandstapel veroordeeld was, begonnen een bittere strijd. Wonderlijk genoeg leidde de propaganda rond deze Hussitische oorlogen juist in de muziek tot een hilarisch woordenspel met de naam van Jan Hus (Hus = gans) en de gebraden ganzen die men op het Sint Maartensfeest gewoon was te eten.
Liederen voor het Sint Maartensfeest als Wolauf lieben gesellen/ Seit willikommen her Martein; naast o.a. een Martinus-motet van Johannes Brassart; een Gloria jubilatio voor paus Martinus V van Hymbert de Salinis en de wonderlijke ‘ganzenmuziek’ van Petrus Wilhelmi de Grudencz.